Buren

Als je ergens nieuw komt wonen, is het aan te raden om kennis te maken met de buren. Mocht er in de toekomst iets zijn waardoor jullie elkaar nodig hebben, dan is het fijn als jullie elkaar al kennen. Bel eens bij ze aan en/of maak een praatje.
Verder is het belangrijk om rekening met elkaar te houden. Als anderen jou eens aanspreken op overlast of iets dergelijks blijf dan beleefd en respectvol. Uiteraard mag jij ook jouw buren of medebewoners aanspreken als zij overlast veroorzaken. Door op een open manier met elkaar te communiceren, krijgen jullie meer begrip voor elkaar.

Burencontact begint al met “goedemorgen” in het trappenhuis of via de heg. Goede buren praten met elkaar, maar lopen meestal niet de deur bij elkaar plat. Het is een relatie, waarbij er meestal enige afstand is. Veel contact tussen buren vindt plaats in de hal, gang of op de stoep.

Ben jij een goede buur? Doe de Burentest.

Tips!

  • Weet wie je buren zijn. Het is fijn om te weten wie er naast je wonen. Stel jezelf voor aan je buren als je ergens komt wonen. Het maakt niet uit wie het initiatief neemt. Als je buren het niet doen, neem dan zelf het initiatief om je voor te stellen of om nieuwe buren welkom te heten.

  • Praat problemen direct uit. Maar de helft van de mensen die last hebben van hun buren praat daar met hen over. Terwijl praten het probleem meestal juist wel oplost. Wacht daarom niet te lang met het aanspreken van je buren. Zo voorkom je ergernis en de kans op ruzie.

  • Toon belangstelling. Toon belangstelling in je buren, ook als ze je type niet zijn. Maak een aardige opmerking over de tuin of zeg iets vriendelijks over bijvoorbeeld hun hond, kat of kind. Groeten of een praatje zijn makkelijke manieren voor contact.

  • Help elkaar. Bijna alle burenrelaties zijn gebaseerd op geven en nemen. Het is goed om de balans hierin te vinden en in de gaten te houden. In noodgevallen zijn de buren altijd dichtbij. Ze kunnen een lift geven naar het ziekenhuis, een alarmnummer bellen of eieren uitlenen als je aan het koken bent. Aan de andere kant kun jij misschien hun hond een keer uitlaten of de plantjes in hun vakantie water geven.