Tips voor onderhoud

Het regelmatig schoonmaken van je doucheputje, wastafelafvoer e.d. voorkomt verstopping en stankoverlast. In het afvoerputje van de douche, gootsteen en wastafel staat voortdurend water. Als je langer van huis bent of als je dit weinig gebruikt kan dit water verdampen en ontstaat er stank. Dit geldt ook voor de afvoer van de wasmachine. Om dit te voorkomen vul je de afvoer bij met wat water en een paar druppels slaolie. Hierdoor kan het water moeilijker verdampen.

Op aluminium kozijnen kunnen roestvlekken ontstaan. Deze kun je verwijderen met azijn of citroensap. Kunststof kozijnen kun je het beste reinigen met autoshampoo.

LET OP! Gebruik nooit chemische middelen of schoonmaakmiddelen die krassen.

Verwarm de stickers met een haardroger (föhn). De lijm wordt door het verwarmen zacht en de sticker is gemakkelijker los te peuteren. Lijmresten kun je verwijderen met spiritus, wasbenzine, verfverdunner of een speciaal stickerverwijderingsmiddel.

Door kalk slibt de douchekop en de perlator (uiteinde van de kraan) soms dicht. Je kunt dit herkennen door onregelmatige en vaak schuine waterstralen. De oplossing is ontkalken. Schroef de douchekop of perlator los en leg deze een tijdje in een speciaal daarvoor verkrijgbaar ontkalkingsmiddel of in schoonmaakazijn.

Regelmatig ventileren, ook als het vertrek verlaten is. Het liefst twee raampjes, als het kan tegenover elkaar, op een kier zetten.

Overige tips:

• Zet de thermostaat op 19 of 20 graden en ’s nachts niet lager dan 15 graden.
• Gebruik je mechanische ventilatie, zet een raampje op een kier en doe het raamrooster open.
• Is er een kruipruimte aanwezig? Zorg dat alle kieren in de begane grondvloer, meterkast, gootsteenkastje en cv-pijpdoorvoeren dichtgemaakt worden. Ga na of de ventilatieopeningen open zijn.
• In een vertrek met schimmel moet geen was te drogen worden gehangen.
• Afwerken met speciale anti-schimmelverf.

• De ondergrond goed reinigen met een soda-oplossing.
• Goed nareinigen met schoon water.
• Afwerken met een speciale anti-schimmelverf.

Zie tips ventilatie. 

Ventilatieopeningen zitten aan de buitenkant van bijna elk huis. Het zijn de opengelaten verticale voegen in het metselwerk. Ze zorgen voor ventilatie tussen binnen- en buitenmuur en voor de afvoer van stof. Houd deze openingen vrij van vuil, insecten of planten. Zorg dat je goed ventileert na het douchen of koken. Het is belangrijk dat de vochtige lucht weg kan.

Door kalk in het leidingwater komen soms kranen vast te zitten. Het gaat bijvoorbeeld over de hoofdkraan of het kraantje van het toilet. Je kunt dit gemakkelijk voorkomen door deze kranen één of meerdere keren per jaar open en dicht te draaien.

Je moet kranen en leidingwerk (denk vooral aan de hoofdkraan) in onverwarmde ruimtes isoleren met bijvoorbeeld oude kranten of in doe-het-zelf zaken verkrijgbaar isolatiemateriaal voor leidingen. Buitenkranen moeten voor de eerste nachtvorst worden afgetapt.

Als je lang weg bent in de winter, neem dan de volgende maatregelen:

• laat de cv-installatie aan staan (stekker in het stopcontact, thermostaat laag bijvoorbeeld op 15 graden);
• zet alle radiatorkranen open in huis;
• vergeet niet alle ramen in huis te sluiten;
• laat binnendeuren open staan, zodat er een optimale temperatuurverdeling ontstaat door de hele woning.

Voordat je het plafond gaat witten, moet je het eerst schoon maken, bij voorkeur met warm sodawater (TREK PLASTIC HANDSCHOENEN AAN en bescherming voor je ogen). Gebruik bij voorkeur een spons. Dit geldt alleen voor plafonds die al een keer gesausd zijn.

Je kunt kijken wat voor soort muurverf er op een muur of plafond zit door er met een natte lap overheen te wrijven. Geeft het af, dan is een veegvaste muurverf gebruikt. Geeft het niet af, dan is een afwasbare muurverf gebruikt. Je moet bij het overschilderen altijd hetzelfde product blijven toepassen om afbladderen te voorkomen.
Voordat je gaat schilderen, moet je de ondergrond goed reinigen met water en zeep of verdunde ammoniak. Als de ondergrond poedert (afgeeft), dan deze behandelen met een speciaal fixeermiddel.

Gebruik bij het leggen van vloerbedekking het liefst speciale tapijtlijm. Hiervan blijven na verwijdering van de vloerbedekking nauwelijks resten op de vloer achter.